Pel de venkels af tot je alleen sappige onderdelen overhebt. De bloemstengels zijn in jong stadium ook nog mals als je ze even ‘schilt’. Snij ze in smalle reepjes (als je bang bent dat ze een beetje te vezelig zijn) of minder smalle reepjes (als je daar niet bang voor bent).
Snij de uitjes in ringen, smelt boter in een pan en fruit de uitjes en venkel erin aan.
Na een paar minuten kun je een klein beetje room, melk of water toevoegen en smoor je ze langzaam in weinig vocht gaar, met het deksel op de pan.
Breng op smaak met zout en peper.