zaden

Hoe zit het met zaden?

Hybride of zaadvast
Bij zaadvaste variëteiten kan de boer de zaden bewaren en zullen van de nakomelingen planten komen met min of meer dezelfde eigenschappen als de ouder planten.

Om  sneller en zekerder gewenste eigenschappen in planten te verkrijgen kan men ook gebruik maken van zogenaamde hybride zaden. Dat zijn nakomelingen (“F1” genoemd, dat staat voor filio (kind)) van twee inteelt ouderlijnen. Zo wordt bijvoorbeeld een hele zoete tomaat met een hele resistente (tegen schimmel, bijvoorbeeld) gekruist. De ‘vader’lijn is dan wel heel zoet maar heel zwak op veel andere eigenschappen, de ‘moeder’lijn is heel resistent tegen schimmel maar is ook heel zwak op veel andere eigenschappen. De nakomelingen hebben de twee eigenschappen die wij wensen heel sterk en het levert een zeer homogeen gewas op het veld, superplanten zeg maar. Het proces waardoor dit komt heet heterosis. De genen zijn dus een mix van heel duidelijk resistente en heel duidelijk lekkere tomaten. Als je daar zaden van bewaart en zaait, dan komt er een grote diversiteit aan planten terug, er is niet een varieteit te ontdekken. Ook de mooie eigenschappen die je in de hybride zag, vind je niet terug of alleen hier en daar.

Als het kruisen op de traditionele manier gebeurt ontstaat er door de tijd heen een stabiel ras, we noemen dat een zaadvast ras. Dit is een proces wat meerdere generaties duurt. Elke eigenschap krijgt zo een stevige genetisch diverse basis,  en het ras wordt steeds stabieler- maar er is veel meer variatie op het veld,  door de genetische diversiteit. Deze zaden geven dus steeds met grote zekerheid dezelfde varieteit, waarbinnen eigenschappen altijd ietsje fluctueren van plant tot plant.

Hybride is dus handig als een zaadveredelaar snel(ler) een nieuwe variëteit op de markt wil brengen.
Voor boeren die bijvoorbeeld aan de supermarkt verkopen is het telen van  hybride rassen bijna noodzakelijk, omdat de supermarkten eisen dat elk exemplaar hetzelfde formaat en uiterlijk heeft.


Wat doen wij op CSA de Wilde Peen?

Wij kiezen vrijwel al onze zaden van leveranciers waarvan we weten dat ze alleen met zaadvaste rassen werken, zoals bij biologisch-dynamisch, of we kiezen variëteiten waarvan we weten dat ze zaadvast zijn. Uitzondering vormt de tomaat, omdat het ons tot nu toe niet is gelukt een tomaat te vinden die in Nederland zonder kas resistent is tegen de typische tomaat schimmel “fytophtora”. Daarom kiezen we voor tomaat een hybride variëteit (‘Mountain Magic’). Het zaad wat we daarvoor bestellen is wel biologisch (zoals al ons zaad, maar dit dus ook). Verder hebben we nog één paksoy en nog één Chinese kool variëteit die hybride is, omdat die oner sommige omstandigheden lastig te telen zijn vanuit zaadvast zaad.

Waarom?
Wij vinden het heel belangrijk dat er diversiteit mag zijn. Naast dat diversiteit op het veld meer weerbaarheid met zich meebrengt tegen onvoorziene omstandigheden en ziekte, komt met hybride variëteiten ook makkelijk steeds meer zeggenschap bij zaadbedrijven, waardoor boeren steeds afhankelijker van hen worden en tegelijkertijd worden gewassen, boerderijen, agrobiodiversiteit, steeds minder divers, en daarmee minder weerbaar. Het allermooist is als boeren zelf variëteiten blijven verbeteren, geschikt, aangepast en gewenst in de specifieke lokale omstandigheden.