zaden

Hoe zit het met zaden?

Zaden: keuzes voor tuinders
De meeste biologische tuinders in Nederland kopen plantjes in van een plantenkweker, die bijna allemaal zijn opgekweekt onder de meest optimale omstandigheden en meestal uit zogenaamd hybride zaad. Opgekweekte plantjes hebben de allerbeste omstandigheden gehad- stonden altijd in een kas, werden verwarmd en verlicht, met precies de uitgeplozen hoeveelheden voedingsstoffen uit een zakje. 

Deze planten hebben op het veld bij de boer een enorm uniform resultaat. De bloemkolen en broccoli’s zijn allemaal even groot en op dezelfde tijd klaar. En zo is dat bij alle gewassen veel uniformer dan wanneer je zelf, onder suboptimale omstandigheden, planten opkweekt uit zaadvast zaad.

Daarmee komt dan ook meer chaos op het land, omdat alle planten verschillend groeien. Dat maakt dat het algemene beeld heel anders is, chaotischer, maar ook heeft onkruid op elke plant een andere uitwerking- wat de niet-uniformiteit nog verder versterkt. 

“Je bent wel gek als je dat als tuinder doet en wilt!”, zou je kunnen denken. Bij De Wilde Peen hebben we er belangrijke redenen voor, maar eerst een uitleg over wat dat hybride zaad precies is.

Hybride of zaadvast
Bij zaadvaste variëteiten kan de boer de zaden bewaren en zullen van de nakomelingen planten komen met min of meer dezelfde eigenschappen als de ouder planten, maar er is veel genetische variëteit, die je ook aan de buitenkant ziet. Dit uit zich dan in verschillen in rijpingstijd, verschillen in maat, vorm, kleur.

Om  sneller en zekerder gewenste eigenschappen in planten te verkrijgen kan men ook gebruik maken van zogenaamde hybride zaden. Dat zijn nakomelingen (“F1” genoemd, dat staat voor filio (kind)) van twee inteelt ouderlijnen. Zo wordt bijvoorbeeld een hele zoete tomaat met een hele resistente (tegen schimmel, bijvoorbeeld) gekruist. De ‘vader’lijn is dan wel heel zoet maar heel zwak op veel andere eigenschappen, de ‘moeder’lijn is heel resistent tegen schimmel maar is ook heel zwak op veel andere eigenschappen. De nakomelingen hebben de twee eigenschappen die wij wensen heel sterk en het levert een zeer homogeen gewas op het veld, superplanten zeg maar. Het proces waardoor dit komt heet heterosis. De genen zijn dus een mix van heel duidelijk resistente en heel duidelijk lekkere tomaten. Als je daar zaden van bewaart en zaait, dan komt er een grote diversiteit aan planten terug, er is niet een varieteit te ontdekken. Ook de mooie eigenschappen die je in de hybride zag, vind je niet terug of alleen hier en daar.

Als het kruisen op de traditionele manier gebeurt ontstaat er door de tijd heen een stabiel ras, we noemen dat een zaadvast ras. Dit is een proces wat meerdere generaties duurt. Elke eigenschap krijgt zo een stevige genetisch diverse basis,  en het ras wordt steeds stabieler- maar er is veel meer variatie op het veld,  door de genetische diversiteit. Deze zaden geven dus steeds met grote zekerheid dezelfde varieteit, waarbinnen eigenschappen altijd ietsje fluctueren van plant tot plant.


Hybride is dus handig als een zaadveredelaar snel(ler) een nieuwe variëteit op de markt wil brengen. 

Voor boeren die bijvoorbeeld aan de supermarkt verkopen is het telen van  hybride rassen bijna noodzakelijk, omdat de supermarkten eisen dat elk exemplaar hetzelfde formaat en uiterlijk heeft en alles op hetzelfde moment oogstklaar moet zijn.


Wat doen wij op CSA de Wilde Peen?
Wij kiezen vrijwel al onze zaden van leveranciers waarvan we weten dat ze alleen met zaadvaste rassen werken, zoals bij biologisch-dynamisch, of we kiezen variëteiten waarvan we weten dat ze zaadvast zijn. Uitzondering vormt de tomaat, omdat het ons tot nu toe niet is gelukt een tomaat te vinden die in Nederland zonder kas resistent is tegen de typische tomaat schimmel “Phytophtora”. Daarom kiezen we voor tomaat een hybride variëteit (‘Mountain Magic’). Het zaad wat we daarvoor bestellen is wel biologisch (zoals al ons zaad, maar dit dus ook). Verder hebben we nog één paksoy en nog één Chinese kool variëteit die hybride is, omdat die onder sommige omstandigheden lastig te telen zijn vanuit zaadvast zaad.

Waarom?
Ten eerste vinden wij het heel belangrijk dat er diversiteit mag zijn want diversiteit op het veld brengt meer weerbaarheid tegen onvoorziene omstandigheden en ziekte. Daarnaast weten we hoeveel energie, externe inputs zoals meststoffen en transportkosten er in de opkweek gaan zitten; wij kunnen dat ter plaatse veel energie- en input zuiniger. En tenslotte: als boer kun je niet zelf hybride zaad vermeerderen en daarmee komt de zeggenschap over onze zaden bij zaadbedrijven te liggen. Boeren worden hierdoor steeds afhankelijker van hen. Autonomie staat als waarde centraal in ons lokale voedselsysteem, dus we willen daar liever niet aan bijdragen.

Het allermooist is als boeren zelf variëteiten blijven verbeteren, aangepast aan de specifieke lokale omstandigheden en wensen.