Je kunt eigenlijk alle groenten fermenteren. Kolen, radijzen, uitjes, bieten, peen, enz. Als je iets anders dan sluitkool gaat fermenteren, kun je een klein stuk koolblad in de pot erbij doen. Daarop groeien altijd melkzuurbacterien, en die heb je nodig om het fermenteren te starten. Een soort verzekering is dat dan.
Maak een opossing van zout in water. Neem niet-gejodeerd zout want daar houden bacterien niet van.
15-18 gram zout op een liter water.
Maak de groenten schoon, en snij ze of snij ze niet, net wat je wilt. Was ze met koud water en stop ze in een (liefst glazen) pot. De pot moet gewoon afgewassen zijn, je hoeft niks te steriliseren of anderszins moeiijk te doen.
Giet de afgekoelde zoutoplossing over de groenten tot ze onder water staan. Leg er een steentje of een pastic zakje met water op, en doe de deksel erop. Zet warm weg, en kijk of er wat begint te bubbelen. Als het goed hard bubbelt kan de pot kouder worden weggezet bijvoorbeeld in kelder of koelkast. Met zachte groenten is het sneller klaar, harde groenten zoals peen of biet duren langer voordat ze ook van binnen zuur smaken.
Gewoon proeven- het is klaar als je het lekker vindt. De pot mag open en weer dicht, geen probleem.
Je kan natuurlijk allerlei kruiden naar smaak toevoegen!